De geïntegreerde webserver kan niet worden geopend
Controleer de instellingen van het netwerk
•
Controleer of u niet een telefoonsnoer of een cross-kabel hebt gebruikt om het
apparaat aan te sluiten op het netwerk. Zie
Het apparaat configureren (Windows)
of
Het apparaat configureren (Mac OS X)
voor meer informatie.
•
Controleer of de netwerkkabel goed is verbonden met het apparaat.
•
Controleer of de hub, switch of router van het netwerk is ingeschakeld en
functioneert.
Controleer de computer
Controleer of de computer die u gebruikt is aangesloten op het netwerk.
Controleer de webbrowser
Controleer of de webbrowser voldoet aan de minimale systeemvereisten. Zie
Specificaties van de geïntegreerde webserver
voor meer informatie.
De proxy-instellingen controleren. Als de computer op twee verschillende netwerken
wordt gebruikt, is het mogelijk dat de proxy-instellingen niet correct zijn voor dit netwerk.
Controleer het IP-adres van het apparaat
•
Om het IP-adres van het apparaat vanaf het bedieningspaneel te controleren
(alleen voor modellen met kleurenscherm), drukt u op de knop
(Setup),
selecteert u Netwerk, selecteert u Netwerkinstellingen bekijken, en selecteert u
ofwel Overzicht vaste verbinding weergeven of Overzicht draadloze
verbinding weergeven.
Bij apparaten met een uitleesvenster met twee regels, moet de gebruiker het IP-
adres verkrijgen door een netwerkconfiguratiepagina af te drukken. Druk op de
knop
(Setup), selecteer Netwerk, selecteer Netwerkinstellingen, en
selecteer dan Netwerkconfiguratiepagina afdrukken.
•
Ping het apparaat met het IP-adres vanaf de commandolijn.
Als het IP-adres bijvoorbeeld 123.123.123.123 is, typt u bij de MS-DOS-prompt:
C:\Ping 123.123.123.123
Als er een antwoord verschijnt, is het IP-adres juist. Als er een time out-antwoord
verschijnt, is het IP-adres onjuist.