De faxtest is mislukt
Controleer het rapport voor basisinformatie over de fout als een uitgevoerde faxtest is
mislukt. Als u gedetailleerde informatie nodig hebt, controleert u eerst in het
testrapport welk onderdeel van de test is mislukt en raadpleegt u vervolgens in dit
gedeelte het desbetreffende onderwerp met mogelijke oplossingen.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
De faxhardwaretest is mislukt
•
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
•
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax is
mislukt
•
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax mislukt
•
De kiestoondetectietest is mislukt
•
De faxlijnconditietest is mislukt
De faxhardwaretest is mislukt
Oplossing:
•
Schakel het apparaat uit met behulp van de knop Aan/uit op het
bedieningspaneel van het apparaat en trek vervolgens het netsnoer uit de
achterkant van het apparaat. Steek het netsnoer na enkele seconden weer in
en schakel het apparaat in. Voer de test nogmaals uit. Als de test opnieuw
mislukt, zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit
gedeelte.
•
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk
niets aan de hand.
•
Als u de test vanuit de wizard Faxinstallatie (Windows) of HP Stel fax in
(Mac OS X) uitvoert, controleert u of het apparaat niet met een andere taak
bezig is, zoals het ontvangen van een fax of het maken van een kopie.
Controleer of op het uitleesvenster wordt gemeld dat het apparaat bezig is. Als
het apparaat bezig is, wacht u totdat de taak gedaan is en voert u de test
opnieuw uit.
Hoofdstuk 11
222
Onderhoud en problemen oplossen
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat
geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxhardwaretest blijft mislukken en er problemen zijn met het faxen, neemt u
contact op met HP-ondersteuning. Ga naar
www.hp.com/support
. Kies
desgevraagd uw land/regio en klik op Contact HP (Neem contact op met HP-
ondersteuning) als u contact wilt opnemen met de technische ondersteuning.
Het testen van de verbinding van de fax met een actieve telefoonaansluiting is
mislukt
Oplossing:
•
Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en
zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit.
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
•
Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting.
Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat. Zie
Het apparaat configureren voor faxen
voor
meer informatie over het instellen van het apparaat voor faxen.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
•
Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de
telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een
kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
•
Probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Als dit lukt, is er waarschijnlijk
niets aan de hand.
Faxproblemen oplossen
223
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen.
Het testen van de verbinding van het telefoonsnoer met de juiste poort op de fax
is mislukt
Oplossing: Steek het telefoonsnoer in de juiste poort.
1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
Opmerking Als u de 2-EXT-poort verbindt met de wandcontactdoos, kunt
u geen faxen verzenden of ontvangen. U kunt de 2-EXT-poort alleen
verbinden met andere apparatuur, bijvoorbeeld met een antwoordapparaat.
Afbeelding 11-1 Achteraanzicht van het apparaat
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-
LINE-poort
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de adapter
van uw land/regio.
2. Nadat u het telefoonsnoer hebt verbonden met de 1-LINE-poort, voert u de
faxtest nogmaals uit om te controleren of het apparaat klaar is om te faxen.
3. Probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Hoofdstuk 11
224
Onderhoud en problemen oplossen
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat
geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
Het testen van het juiste soort telefoonsnoer met de fax mislukt
Oplossing:
•
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd hebt
verbonden met de telefoonaansluiting. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden verbonden met de poort 1-LINE op de achterkant van het
apparaat en het andere uiteinde met de telefoonaansluiting, zoals hieronder
aangegeven.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-
LINE-poort
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de adapter
van uw land/regio.
Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
Faxproblemen oplossen
225
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u
een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
•
Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en
zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit.
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat
geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
De kiestoondetectietest is mislukt
Oplossing:
•
De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die
gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. U kunt vaststellen of
het probleem door andere apparatuur wordt veroorzaakt door alle andere
apparaten los te koppelen van de telefoonlijn en de test opnieuw uit te voeren.
Als de Kiestoondetectie wel slaagt als de andere apparatuur is losgekoppeld,
wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van deze
apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en voer elke keer een test
uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem veroorzaakt.
•
Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de
telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een
kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij en verzoekt u hen de lijn te controleren.
•
Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting.
Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
•
Als het telefoonsysteem geen standaardkiestoon gebruikt, zoals bij sommige
telefooncentrales, kan dit tot gevolg hebben dat de test mislukt. Er zullen geen
problemen optreden bij het verzenden of ontvangen van faxen. Probeer een
testfax te verzenden of ontvangen.
Hoofdstuk 11
226
Onderhoud en problemen oplossen
•
Controleer of de instelling voor land/regio op de juiste wijze is ingesteld voor
uw land/regio. Als de instelling voor land/regio niet of niet goed is ingesteld,
kan de test mislukken en zult u mogelijk problemen hebben met het verzenden
en ontvangen van faxen.
•
U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn voordat u faxen
kunt verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal
is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een
kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk geïnstalleerd voor digitale telefoons. Verbind het apparaat met een
analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat
geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Kiestoondetectietest blijft mislukken, neemt u contact op met uw telefoonbedrijf
en vraagt u hen de telefoonlijn te controleren.
De faxlijnconditietest is mislukt
Oplossing:
•
U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn voordat u faxen
kunt verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal
is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een
kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn
mogelijk geïnstalleerd voor digitale telefoons. Verbind het apparaat met een
analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
•
Controleer de verbinding tussen de telefoonaansluiting en het apparaat en
zorg dat het telefoonsnoer goed vastzit.
•
Zorg ervoor dat het apparaat goed is verbonden met de telefoonaansluiting.
Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen de telefoonaansluiting en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
•
De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die
gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat. U kunt vaststellen of
Faxproblemen oplossen
227
het probleem door andere apparatuur wordt veroorzaakt door alle andere
apparaten los te koppelen van de telefoonlijn en de test opnieuw uit te voeren.
◦
Als de Faxllijnconditietest wel slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer
onderdelen van deze apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en
voer elke keer een test uit, totdat u weet welk onderdeel het probleem
veroorzaakt.
◦
Als de Faxllijnconditietest niet slaagt als de andere apparatuur is
losgekoppeld, verbindt u het apparaat met een werkende telefoonlijn en
zoekt u verder in de informatie over het oplossen van problemen in dit deel.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
•
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Als u het
meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat met de
telefoonaansluiting te verbinden, kunt u waarschijnlijk geen faxen verzenden of
ontvangen. Voer de faxtest nogmaals uit nadat u het bij het apparaat
geleverde telefoonsnoer hebt aangesloten.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
Nadat u de gevonden problemen hebt opgelost, voert u de faxtest nogmaals uit
om te controleren of de test slaagt en het apparaat gereed is om te faxen. Als de
Faxlijnconditietest blijft mislukken en er problemen blijven met faxen, neemt u
contact op met uw telefoonbedrijf en vraagt u hen de telefoonlijn te controleren.
Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven
Oplossing: U gebruikt het verkeerde soort telefoonsnoer. Zorg dat u het
telefoonsnoer gebruikt dat bij het apparaat werd geleverd om het apparaat te
verbinden met de telefoonlijn. Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is
geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer
verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig.
Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de adapter
van uw land/regio.
Oplossing: Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde
telefoonlijn als het apparaat. Controleer of telefoontoestellen (telefoons op
dezelfde telefoonlijn, maar die niet zijn verbonden met het apparaat) of andere
apparatuur niet in gebruik zijn en of de telefoon niet van de haak is. U kunt het
apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als een telefoon die
gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de
computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet.
Hoofdstuk 11
228
Onderhoud en problemen oplossen
Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen
Oplossing: Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Bekijk het scherm van het
apparaat. Als het scherm leeg is en het Aan/uit-lampje niet brandt, is het apparaat
uitgeschakeld. Zorg dat het netsnoer goed met het apparaat is verbonden en in
een stopcontact is gestoken. Druk op de knop Aan/uit om het apparaat in te
schakelen.
Nadat u het apparaat hebt aangezet, raadt HP u aan vijf minuten te wachten
voordat u een fax verzendt of ontvangt. Het apparaat kan geen faxen verzenden of
ontvangen tijdens het initialisatieproces dat wordt uitgevoerd wanneer het
apparaat wordt aangezet.
Oplossing:
•
Controleer of u het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd hebt
verbonden met de telefoonaansluiting. Het ene uiteinde van het telefoonsnoer
moet worden verbonden met de poort 1-LINE op de achterkant van het
apparaat en het andere uiteinde met de telefoonaansluiting, zoals hieronder
aangegeven.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-
LINE-poort
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de adapter
van uw land/regio.
Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt
u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke
verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires
Faxproblemen oplossen
229
verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig. Hiervoor kunt u
een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
•
Probeer een werkende telefoon en telefoonsnoer te verbinden met de
telefoonaansluiting die u gebruikt voor het apparaat en controleer of u een
kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij voor service.
•
Mogelijk is er andere apparatuur die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als
het apparaat. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als
een telefoon die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u
de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op internet.
•
Controleer of de fout wordt veroorzaakt door een ander proces. Controleer of
op het display of op de computer een foutmelding wordt weergegeven met
informatie over het probleem en de manier waarop u het kunt oplossen. Als er
sprake is van een fout, kan het apparaat pas faxberichten verzenden of
ontvangen wanneer de fout is opgelost.
•
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte
geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de
geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een
telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is van
storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de Foutcorrectiemodus
(ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Zie de Help op het scherm voor meer
informatie over het wijzigen van ECM. Als het probleem zich blijft voordoen,
neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij.
•
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-
filter gebruiken om te kunnen faxen. Zie
Situatie B: Het apparaat installeren
met DSL
voor meer informatie.
•
Als u een DSL-service gebruikt en een DSL-filter hebt aangesloten, is het
mogelijk dat de filter de faxtonen blokkeert. Probeer de problemen op te lossen
door de filter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
wand.
•
Mogelijk is het apparaat verbonden met een telefoonaansluiting voor digitale
telefoons. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een
gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is.
Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk geïnstalleerd
voor digitale telefoons.
•
Als u een telefooncentrale (PBX) of ISDN gebruikt, controleert u of het
apparaat is aangesloten op de juiste poort en indien mogelijk of de
terminaladapter goed is afgestemd op uw land/regio. Raadpleeg
Situatie C:
Het apparaat installeren met een PBX-telefoonsysteem of een ISDN-lijn
voor
meer informatie.
Hoofdstuk 11
230
Onderhoud en problemen oplossen
•
Als het apparaat dezelfde telefoonlijn deelt met een DSL-service, is de DSL-
modem mogelijk niet correct geaard. Dit kan ruis veroorzaken op de
telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen
faxproblemen veroorzaken. U kunt de geluidskwaliteit van de telefoonlijn
controleren door een telefoontoestel met een telefoonaansluiting op de wand
te verbinden en de lijn te controleren op storingen of ruis. Als u storingen of
ruis hoort, schakelt u de DSL-modem uit en laat u de stekker gedurende
minstens 15 minuten uit het stopcontact. Schakel de DSL-modem vervolgens
opnieuw in en luister opnieuw naar de kiestoon.
Opmerking Mogelijk zult u ook in de toekomst ruis op de telefoonlijn
horen. Herhaal het proces als het apparaat geen faxen meer verzendt en
ontvangt.
Als er nog steeds veel ruis op de lijn is, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij. Neem contact op met de DSL-aanbieder voor informatie
over het uitschakelen van de DSL-modem.
•
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan dit problemen veroorzaken bij het faxen.
(Een splitter is een tweesnoerige connector die wordt aangesloten op een
telefoonaansluiting op de wand.) Probeer de problemen op te lossen door de
splitter te verwijderen en het apparaat rechtstreeks te verbinden met de
telefoonaansluiting aan de wand.
Het apparaat heeft problemen met het verzenden van een handmatige fax
Oplossing:
Opmerking Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar
een tweeaderig telefoonsnoer wordt meegeleverd in de verpakking met het
apparaat: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, Chili, China, Colombia,
Indonesië, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico, Filippijnen,
Singapore, Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
•
Zorg dat de telefoon waarmee u de faxverbinding tot stand brengt rechtstreeks
met het apparaat is verbonden. Als u handmatig een fax wilt verzenden, moet
Faxproblemen oplossen
231
de telefoon rechtstreeks zijn verbonden zijn met de poort 2-EXT op het
apparaat, zoals hieronder aangegeven.
1 Telefoonaansluiting op de wand
2 Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt dit met de 1-
LINE-poort
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de adapter
van uw land/regio.
3 Telefoon
•
Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is
verbonden met het apparaat, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op
de telefoon. U kunt niet gebruikmaken van het bedieningspaneel van het
apparaat.
Opmerking Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, sluit u uw
telefoon aan op de 2-EXT-poort.
Het apparaat kan geen faxen ontvangen maar wel verzenden
Oplossing:
•
Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen
dat de optie Specifiek belsignaal op het apparaat is ingesteld op Alle
beltonen. Raadpleeg
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen
wijzigen
voor meer informatie.
•
Als Automatisch antwoorden in ingesteld op Off (Uitschakelen), zult u faxen
handmatig moeten ontvangen, ander zal het apparaat de fax niet ontvangen.
Zie
Een fax handmatig ontvangen
voor informatie over het handmatig
ontvangen van faxberichten.
•
Als u een voicemailservice gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook
faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig en niet
automatisch ontvangen. Dit betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om
binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Raadpleeg
Situatie F:
Gedeelde gespreks-/faxlijn met voicemail
voor informatie over het instellen van
het apparaat als u een voicemailservice gebruikt. Zie
Een fax handmatig
ontvangen
voor informatie over het handmatig ontvangen van faxberichten.
Hoofdstuk 11
232
Onderhoud en problemen oplossen
•
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het apparaat,
moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen. Als de modemsoftware is ingesteld op het
automatisch ontvangen van faxen, wordt de telefoonlijn automatisch
overgenomen. In dat geval worden alle faxen door de modem ontvangen,
zodat het apparaat geen faxoproepen kan ontvangen.
•
Als u naast het apparaat een antwoordapparaat gebruikt op dezelfde
telefoonlijn, kan een van de volgende problemen zich voordoen:
◦
Het antwoordapparaat is mogelijk niet correct geïnstalleerd voor het
apparaat.
◦
Het bericht dat is ingesproken op het antwoordapparaat, kan te lang of te
luid zijn, waardoor het apparaat geen faxtonen kan detecteren en het
verzendende faxapparaat de verbinding verbreekt.
◦
Mogelijk is de pauze na het ingesproken bericht te kort waardoor het
apparaat geen faxtonen kan detecteren. Dit probleem komt het vaakst voor
bij digitale antwoordapparaten.
De volgende handelingen kunnen helpen bij het oplossen van deze problemen:
◦
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde
telefoonlijn, kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met het
apparaat te verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I: Gedeelde lijn voor
gesprekken/fax met antwoordapparaat
.
◦
Zorg dat het apparaat is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen.
Raadpleeg
Een fax ontvangen
voor meer informatie over het instellen van
het apparaat voor het automatisch ontvangen van faxen.
◦
Controleer of de instelling Hoe vaak overgaan de telefoon is ingesteld op
een groter aantal beltonen dan het antwoordapparaat. Raadpleeg
Het
aantal beltonen voordat er wordt opgenomen instellen
voor meer informatie.
◦
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te
ontvangen. Als u kunt faxen zonder het antwoordapparaat, ligt het
probleem mogelijk bij het antwoordapparaat.
◦
Verbind het antwoordapparaat opnieuw en spreek het bericht opnieuw in.
Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen
van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat
ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht. Laat
geen achtergrondgeluid toe tijdens het opnemen van deze stilte. Probeer
opnieuw een fax te ontvangen.
Opmerking Sommige digitale antwoordapparaten nemen de
opgenomen stilte aan het eind van uw uitgaande bericht niet op. Speel
uw uitgaande bericht af om dit te controleren.
Faxproblemen oplossen
233
•
Als het apparaat de telefoonlijn deelt met andere telefoonapparatuur, zoals
een antwoordapparaat, een computermodem of een schakelkast met
meerdere poorten, is het faxsignaal mogelijk minder sterk. Het faxsignaal kan
ook minder sterk zijn als u een splitter gebruikt of extra snoeren verbindt om
het bereik van de telefoon te vergroten. Een zwakker faxsignaal kan
problemen met de ontvangst van faxen veroorzaken.
Koppel alles behalve het apparaat los van de telefoonlijn en voer de test
nogmaals uit. Zo kunt u controleren of het probleem wordt veroorzaakt door
andere apparatuur. Als het wel lukt om faxen te ontvangen zonder de andere
apparatuur, wordt het probleem veroorzaakt door een of meer onderdelen van
die andere apparatuur. Voeg de onderdelen een voor een toe en probeer
telkens een fax te ontvangen, totdat u weet welke apparatuur het probleem
veroorzaakt.
•
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service
voor specifieke belsignalen van uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor
zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op het apparaat
overeenkomt. Raadpleeg
Antwoorden op belpatroon voor specifieke beltonen
wijzigen
voor meer informatie.
Het apparaat kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
Oplossing:
•
Het apparaat kiest te snel of te vroeg. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de
nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het
telefoonnummer kiest, voegt u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw
nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot een buitenlijn, moet u
mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555. Druk op Opnieuw kiezen/
pauze als u een pauze wilt invoegen in het faxnummer, of druk meerdere
keren op de toets Spatie (#) tot er een streepje (-) op het display verschijnt.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de
telefoonlijn horen terwijl u een nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf
bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest. Raadpleeg
Een
fax verzenden met handsfree kiezen
voor meer informatie.
•
Het nummer dat u hebt ingevoerd bij het verzenden van de fax heeft niet de
juiste indeling of er zijn problemen met het faxapparaat dat de fax moet
ontvangen. U kunt dit controleren door het desbetreffende faxnummer te bellen
met een gewone telefoon en te luisteren of u ook faxtonen hoort. Als u geen
faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat mogelijk niet ingeschakeld of
niet aangesloten of stoort een voicemailservice de communicatie via de
telefoonlijn van de ontvanger. U kunt ook de ontvanger vragen om na te gaan
of er misschien problemen zijn met het ontvangende faxapparaat.
Hoofdstuk 11
234
Onderhoud en problemen oplossen
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Oplossing:
•
Als het antwoordapparaat en de fax gebruikmaken van dezelfde telefoonlijn,
kunt u proberen om het antwoordapparaat rechtstreeks met het apparaat te
verbinden, zoals is beschreven in
Situatie I: Gedeelde lijn voor gesprekken/fax
met antwoordapparaat
. Als u het antwoordapparaat niet op de aanbevolen
manier verbindt, is het mogelijk dat het antwoordapparaat faxtonen opneemt.
•
Zorg ervoor dat het apparaat is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen en dat de instelling voor Hoe vaak overgaan juist is. Het aantal beltonen
dat u instelt voordat het apparaat opneemt, moet hoger zijn dan het aantal
belsignalen voordat het antwoordapparaat opneemt. Als het antwoordapparaat
en het apparaat zijn ingesteld op hetzelfde aantal beltonen voordat wordt
opgenomen, zullen beide apparaten de oproep beantwoorden en worden
faxtonen opgenomen op het antwoordapparaat.
•
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal beltonen en het apparaat op
het hoogste aantal beltonen dat is toegestaan. (Het maximale aantal
belsignalen varieert per land/regio.) Bij deze instelling beantwoordt het
antwoordapparaat de oproep en bewaakt het apparaat de lijn. Als het apparaat
faxsignalen detecteert, zal het apparaat de fax ontvangen. Als de oproep een
gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat het binnenkomende bericht
opnemen. Raadpleeg
Het aantal beltonen voordat er wordt opgenomen
instellen
voor meer informatie.
Het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd is niet lang genoeg
Oplossing: Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang
genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt
een dergelijke verdeelstekker kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een ander telefoonsnoer nodig.
Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
Tip Als het apparaat is geleverd met een tweeaderige telefoonsnoeradapter,
kunt u een vieraderig telefoonsnoer gebruiken als u het snoer wilt verlengen.
Zie de meegeleverde documentatie voor informatie over het gebruik van de
adapter voor het tweeaderige telefoonsnoer.
Het telefoonsnoer verlengen
1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te
maken tussen het verbindingsstuk en de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat.
2. Verbind een ander telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk en
de telefoonaansluiting, zoals hieronder wordt weergegeven.
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit op de
adapter van uw land/regio.
Faxproblemen oplossen
235
De computer kan geen faxen ontvangen (Fax naar pc of Fax naar Mac))
Oorzaak: De HP Digital Imaging-monitor is uitgeschakeld (alleen Windows).
Oplossing: Controleer op de taakbalk of de HP Digital Imaging-monitor altijd is
ingeschakeld.
Oorzaak: De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is
uitgeschakeld.
Oplossing: Zorg dat de computer die is geselecteerd voor het ontvangen van
faxen, altijd is ingeschakeld.
Oorzaak: Er zijn verschillende computers configureerd voor de installatie en het
ontvangen van faxen, waarvan er een mogelijk is uitgeschakeld.
Oplossing: Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de computer
voor de installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld.
Oorzaak: Er zit geen papier in de invoerlade.
Oplossing: Caricare la carta nel vassoio di alimentazione.
Oorzaak: Het interne geheugen is vol.
Oplossing: Wis het interne geheugen door de fax-log en het faxgeheugen te
wissen.
Oorzaak: Fax naar pc of Fax naar Mac is niet geactiveerd of de computer is niet
geconfigureerd voor het ontvangen van faxen
Oplossing: Activeer Fax naar pc of Fax naar Mac en zorg dat de computer is
geconfigureerd voor het ontvangen van faxen.
Oorzaak: De HP Digital Imaging-monitor werkt niet goed (alleen Windows).
Oplossing: Start de HP Digital Imaging-monitor opnieuw of start de computer
opnieuw.
Verzonden faxberichten zijn leeg of hebben verticale lijnen.
Oorzaak: Als u een fax verzendt, verschijnen er lege gebieden of verticale lijnen
op de verzonden faxpagina.
Oplossing: Maak een kopie van de fax. Als de kopie correct is, is het mogelijk
dat er een probleem is met het faxapparaat van de ontvanger.
Als de kopie leeg is, moet de glasplaat van de scanner of de binnenkant van de
klep, of de automatisch documentinvoer worden gereinigd. Zie
Het toestel reinigen
of
Scanproblemen oplossen
voor meer informatie.
Hoofdstuk 11
236
Onderhoud en problemen oplossen
Ontvangen faxen zijn leeg of vertonen verticale lijnen
Oorzaak: Ontvangen faxen zijn leeg of de afdruk vertoont verticale zwarte
strepen over heel de afbeelding of tekst.
Oplossing: Een testpagina afdrukken om te zien of het juist werd afgedrukt.
Als de zelftestpagina correct werd afgedrukt, ligt het probleem waarschijnlijk bij het
verzenden van de fax - probeer een fax van op een ander toestel te verzenden.
Raadpleeg
Problemen met het afdrukken oplossen
als de zelftestpagina foutief
werd afgedrukt.