Foutcorrectiemodus fax instellen
Gewoonlijk controleert het apparaat de signalen op de telefoonlijn wanneer een fax
wordt verzonden of ontvangen. Wanneer het een foutsignaal detecteert tijdens de
transmissie en als de foutcorrectie is ingeschakeld, kan het apparaat vragen om een
gedeelte van de fax opnieuw te verzenden.
Schakel deze foutcorrectie alleen uit als u problemen hebt met het verzenden of
ontvangen van een fax en fouten tijdens de transmissie wilt accepteren. Het
uitschakelen van deze functie kan nuttig zijn wanneer u een fax wilt verzenden naar of
ontvangen van een ander land of een andere regio als u via een satellietverbinding belt.
De foutcorrectiemodus voor faxfunctie via het bedieningspaneel van het
apparaat instellen
▲ Bedieningspaneel van het apparaat: Druk op FAX, selecteer het menu
Geavanceerde faxinstallatie en selecteer vervolgens Foutcorrectiemodus.
De foutcorrectiemodus voor faxfunctie via de geïntegreerde webserver instellen
1. Geïntegreerde webserver: Klik op het tabblad Instellingen, klik vervolgens op
Geavanceerde faxinstellingen in het linkerdeelvenster.
2. Selecteer Aan of Uit in het vervolgkeuzemenu Foutcorrectiemodus.
3. Klik op de knop Toepassen.