Fax
U kunt het apparaat gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen, inclusief
kleurenfaxen. U kunt het verzenden van faxen op een later tijdstip plannen en
snelkiesnummers instellen om snel en gemakkelijk faxen te verzenden naar
veelgebruikte nummers. Op het bedieningspaneel van het apparaat kunt u ook een
aantal faxopties instellen, zoals de resolutie en het contrast tussen licht en donker op
de faxen die u verzendt.
Als het apparaat rechtstreeks is aangesloten op een computer, kunt u met het HP
Solution Center faxprocedures uitvoeren die niet beschikbaar zijn vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat. Zie
De HP-beeldbewerkingssoftware gebruiken
voor meer informatie.
Opmerking Voordat u gaat faxen, moet u controleren of u het apparaat goed
hebt ingesteld. Dit hebt u mogelijk tijdens de installatie al gedaan met behulp van
het bedieningspaneel van het apparaat of de met de bij het apparaat geleverde
software. U kunt controleren of de fax correct is ingesteld door de faxinstallatietest
vanaf het bedieningspaneel van het apparaat uit te voeren. Om de faxtest uit te
voeren, drukt u op
(Setup), selecteert uTools, selecteert u Faxtest uitvoeren,
en vervolgens op OK.
U kunt vele faxinstellingen beheren via de geïntegreerde webserver. Zie
Geïntegreerde webserver
voor meer informatie.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Een fax verzenden
•
Een fax ontvangen
•
Faxinstellingen wijzigen
•
Snelkiescodes installeren
•
Fax over Internet-protocol (FoIP)
•
Installatie testfax
•
Rapporten gebruiken
•
Een fax annuleren