Verifieer Bluetooth-apparaten door middel van een wachtwoord.
U kunt het beveiligingsniveau van het apparaat instellen op Hoog of Laag.
•
Laag: Het apparaat vereist geen wachtwoord. Elk Bluetooth-apparaat dat zich
binnen het bereik bevindt erop afdrukken.
Opmerking De standaardinstelling voor beveiliging is Laag. Bij een laag
beveiligingsniveau is geen verificatie vereist.
•
Hoog: Het apparaat heeft een wachtwoordsleutel van het Bluetooth-apparaat
nodig voordat een afdruktaak kan worden uitgevoerd. Het wachtwoord moet ten
minste 1 en ten hoogste 4 tekens lang zijn en mag alleen uit cijfers bestaan.
Opmerking Het apparaat wordt geleverd met een vooraf gedefinieerd
wachtwoord van vier nullen "0000".
Het apparaat zodanig instellen dat deze verificatie met een wachtwoord vereist
via het bedieningspaneel.
1. Druk op Installatie.
2. Selecteer Bluetooth en vervolgens Wachtwoord.
3. Voer met het toetsenblok een nieuwe wachtwoordsleutel in.
4. Nadat u de wachtwoordsleutel hebt ingevoerd, drukt u op OK.
5. Selecteer Beveiligingsniveau en vervolgens Hoog.
6. Druk op OK.
Bij een hoog beveiligingsniveau is verificatie vereist.
De verificatie via een wachtwoord is nu ingesteld voor het apparaat.
Het apparaat zodanig instellen dat deze verificatie met een wachtwoord vereist
via de geïntegreerde webserver.
▲ Open de geïntegreerde webserver, klik op het tabblad Bluetooth, vul een nieuw
wachtwoord in het gedeelte Wachtwoord in, klik op Hoog in het veld
Beveiligingsniveau en vervolgens op Toepassen.
Installatie van het apparaat voor Bluetooth-communicatie
185