Instellingen van 802.11-draadloos netwerk begrijpen
Netwerknaam (SSID)
Standaard zoekt het apparaat naar de naam van het draadloze netwerk of de SSID
met de naam 'hpsetup'. Uw netwerk heeft misschien een andere SSID.
Communicatiemethode
Er zijn twee mogelijke communicatiemodi:
•
Ad hoc: In een netwerk in ad-hocmodus is het apparaat ingesteld op de ad-
hoccommunicatiemethode en communiceert het rechtstreeks en zonder WAP met
andere draadloze apparaten.
Alle apparaten op het ad hoc-netwerk moeten voldoen aan volgende vereisten:
◦
802.11-compatibel zijn
◦
Ad hoc moet de communicatiemethode zijn
◦
Dezelfde netwerknaam (SSID) hebben
◦
Op hetzelfde subnet en kanaal zitten
◦
Dezelfde 802.11-beveiligingsinstellingen hebben
•
Infrastructuur (aanbevolen): In een netwerk in infrastructuurmodus is het
apparaat ingesteld op de infrastructuurcommunicatiemethode en communiceert
het met andere apparaten op het netwerk, draadloze of bedrade, via een een
draadloos toegangspunt, zoals een draadloze router. Toegangspunten werken
normaal gesproken als routers of gateways in kleine netwerken.
Beveiligingsinstellingen
Het apparaat installeren voor draadloze communicatie (alleen sommige modellen)
175
Opmerking Zie
De netwerkconfiguratiepagina begrijpen
voor de beschikbare
instellingen voor het apparaat.
Voor meer informatie over beveiliging van draadloze communicatie gaat u naar
www.wifi.org
.
•
Netwerkverificatie: De standaardinstelling van het apparaat staat op Open,
waardoor voor verificatie en codering geen beveiliging nodig is. De andere
mogelijke waarden zijn Openen en vervolgens gedeeld, Gedeeld en WPA-
PSK
(Wi-Fi
®
Protected Access Pre-Shared Key).
WPA maakt het verzenden van gegevens en de toegang tot bestaande en
toekomstige Wi-Fi netwerken veiliger. Alle bekende zwakke punten van WEP, het
originele landelijke beveiligingsmechanisme in de 802.11-standaard, worden
hiermee verholpen.
WPA2 is de tweede generatie van WPA-beveiliging en biedt bedrijven en klanten
die Wi-Fi gebruiken een hoge mate van zekerheid dat alleen geautoriseerde
gebruikers toegang kunnen krijgen tot hun draadloze netwerken.
•
Gegevenscodering:
◦
Wired Equivalent Privacy (WEP) biedt beveiliging door gegevens die via
radiogolven van het ene draadloze apparaat naar het andere worden
verzonden te coderen. Apparaten op een WEP-netwerk maken gebruik van
zogenoemde WEP-sleutels om gegevens te coderen. Als uw netwerk van
WEP gebruikmaakt, moet u weten welke WEP-sleutels worden gebruikt.
◦
WPA maakt gebruik van het TKIP-coderingsprotocol (Temporal Key Integrity
Protocol).
◦
WPA2 levert een nieuw coderingsschema, de Advanced Encryption Standard
(AES). AES wordt gedefinieerd in CCM (counter cipher-block chaining)-modus
en ondersteunt de Independent Basic Service Set (IBSS) voor meer veiligheid
tussen klantnetwerken in ad-hocmodus.