Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
In een lokaal gedeeld netwerk is het apparaat rechtstreeks aangesloten op de USB-
poort van een geselecteerde computer (de server) en wordt het gedeeld door andere
computers (clients).
Het apparaat configureren (Windows)
167
Opmerking Wanneer u een rechtstreeks aangesloten apparaat deelt, moet u de
computer met de hoogste versie van het besturingssysteem als server gebruiken.
Gebruik deze configuratie alleen in kleine groepen of wanneer de printer niet veel
wordt gebruikt. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers
op het apparaat afdrukken.
Alleen de afdrukfunctie wordt gedeeld. De functies scannen en kopiëren worden
niet gedeeld.
Het apparaat delen
1. Klik op Start, kies Instellingen en klik op Printers of Printers en faxapparaten.
– of –
Klik op Start, klik op Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat, klik op
Eigenschappen en klik dan op het tabblad Delen.
3. Klik op de optie voor het delen van het apparaat en geef een gedeelde naam op.