Situatie J: Gedeelde lijn voor gespreks- en faxoproepen met een
computermodem en een antwoordapparaat
Als u op hetzelfde telefoonnummer zowel gespreks- als faxoproepen ontvangt en u
ook een computermodem en een antwoordapparaat op deze telefoonlijn hebt
aangesloten, stelt u het HP-apparaat in zoals in dit deel wordt beschreven.
Opmerking Aangezien de computermodem de telefoonlijn deelt met het HP-
apparaat, kunt u de modem en het apparaat niet gelijktijdig gebruiken. U kunt
bijvoorbeeld niet het HP-apparaat gebruiken om te faxen terwijl u de
computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of te surfen op
internet.
•
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat
•
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat
Hoofdstuk 10
158
Configureren en beheren
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een computermodem voor
inbellen en een antwoordapparaat
Afhankelijk van het aantal telefoonpoorten op de computer zijn er twee verschillende
manieren waarop u het HP-apparaat kunt instellen. Controleer voordat u begint of uw
computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
•
Als de computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter
aanschaffen, zoals deze hierna is afgebeeld. (Een parallelle splitter heeft een
RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik
geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met
twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.)
Afbeelding 10-10 Voorbeeld van een parallelle splitter
•
Als de computer is voorzien van een telefoonpoort, kunt u het HP-apparaat
configureren op de wijze die hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 10-11 Achteraanzicht van het apparaat
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Telefoonsnoer dat is verbonden met de parallelle splitter
3
Parallelle splitter
4
Telefoon (optioneel)
5
Antwoordapparaat
6
Computer met modem
7
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd en verbindt
dit met de 1-LINE-poort
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit
op de adapter van uw land/regio.
Het apparaat configureren voor faxen
159
Het apparaat op dezelfde telefoonlijn installeren als een computer met een
telefoonpoort
1. Verwijder de witte plug van de poort met het label 2-EXT achter op het HP-
apparaat.
2. Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de
computerinbelmodem) is verbonden met een wandcontactdoos. Koppel het snoer
los van de telefoonaansluiting en sluit het uiteinde aan op de poort met het label 2-
EXT aan de achterkant van het apparaat.
3. Koppel het antwoordapparaat los van de telefoonaansluiting en sluit het aan op de
poort met het label 2-EXT achter op het apparaat.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op het apparaat
aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt,
mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten
verzenden met het apparaat.
4. Gebruik het meegeleverde telefoonsnoer van het HP-apparaat om een verbinding
te maken tussen de telefoonaansluiting en de aansluiting 1-LINE op de achterzijde
van het HP-apparaat.
Opmerking Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer
aansluit op de adapter van uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om het apparaat op de
telefoonaansluiting op de wand aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk geen faxen
verzenden of ontvangen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt.
5. (Optioneel) Als het antwoordapparaat niet is uitgerust met een ingebouwde
telefoon, kunt u voor uw gemak een telefoon op de "OUT"-poort aan de achterkant
van het antwoordapparaat aansluiten.
Opmerking Als u de externe telefoon niet kunt verbinden met uw
antwoordapparaat, kunt u een parallelle splitter (of verdeelstekker)
aanschaffen. Hiermee kunnen zowel het antwoordapparaat als de telefoon met
het apparaat worden verbonden. Voor deze verbindingen kunt u standaard
telefoonsnoeren gebruiken.
6. Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van
faxen op de computer, moet u die instelling uitschakelen.
Opmerking Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet
uitschakelt in de software van uw modem, kan het apparaat geen faxen
ontvangen.
7. Zet de Automatisch antwoorden-instelling aan.
8. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
Hoofdstuk 10
160
Configureren en beheren
9. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op het HP-apparaat in het maximale
aantal belsignalen dat voor uw HP-apparaat mogelijk is. (Het maximum aantal
belsignalen varieert per land/regio.)
10. Voer een faxtest uit.
Opmerking Als u een computer met twee telefoonpoorten gebruikt, hebt u
geen parallelle splitter nodig. U kunt het antwoordapparaat aansluiten op de
OUT-poort aan de achterzijde van de computer.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het apparaat
controleert ondertussen de telefoonlijn en 'luistert' of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt het apparaat
faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden
waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het
antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Als er problemen optreden bij het installeren van het apparaat met optionele
apparatuur, contacteer dan uw plaatselijke HP-dealer of -winkel voor verdere hulp.
Gedeelde lijn voor zowel gespreks- als faxoproepen, een DSL/ADSL-modem en
een antwoordapparaat
Het apparaat configureren voor faxen
161
1
Telefoonaansluiting op de wand
2
Parallelle splitter
3
DSL/ADSL-filter
4
Het bijgeleverde telefoonsnoer is verbonden met de 1-LINE-poort aan
de achterzijde van het apparaat
Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer aansluit
op de adapter van uw land/regio.
5
DSL/ADSL-modem
6
Computer
7
Antwoordapparaat
8
Telefoon (optioneel)
Opmerking U moet een parallelle splitter aanschaffen. Een parallelle splitter
heeft een RJ-11-poort aan de voorkant en twee RJ-11-poorten aan de achterkant.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle
splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Het apparaat installeren met een DSL/ADSL-computermodem
1. U kunt een DSL/ADSL-filter aanschaffen bij uw DSL/ADSL-provider.
Opmerking Telefoons die elders thuis of op kantoor hetzelfde
telefoonnummer delen met de DSL/ADSL-dienst moeten met extra DSL/ADSL-
filters zijn verbonden, anders krijgt u ruis als u telefoongesprekken voert.
2. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer om een verbinding te maken
tussen de DSL/ADSL--filter en de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van
het apparaat.
Opmerking Het is mogelijk nodig dat u het meegeleverde telefoonsnoer
aansluit op de adapter van uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de DSL/ADSL--filter te
verbinden met het apparaat, kunt u waarschijnlijk niet faxen. Dit speciale
telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op
kantoor gebruikt.
3. Verbind de DSL/ADSL-filter met de splitter.
Hoofdstuk 10
162
Configureren en beheren
4. Koppel het antwoordapparaat los van de wandcontactdoos en sluit het aan op de
poort met het label 2-EXT achter op het apparaat.
Opmerking Als u het antwoordapparaat niet rechtstreeks op het apparaat
aansluit, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een faxbericht verzendt,
mogelijk opgenomen door het antwoordapparaat en kunt u geen faxberichten
ontvangen met het apparaat.
5. Verbind de DSL-modem met de parallelle splitter.
6. Verbind de parallelle splitter met de wandcontactdoos.
7. Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na een klein aantal belsignalen.
8. Wijzig de instelling voor Hoe vaak overgaan op het apparaat in het maximale
aantal dat voor uw apparaat mogelijk is.
Opmerking Het maximale aantal belsignalen varieert per land/regio.
9. Voer een faxtest uit.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde
aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. Het apparaat
controleert ondertussen de telefoonlijn en 'luistert' of er in de oproep ook faxtonen te
horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt het apparaat
faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden
waargenomen, stopt het apparaat met het controleren van de lijn en kan het
antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
Als u op dezelfde telefoonlijn telefoneert, faxt en een DSL-computermodem hebt, volg
dan deze aanwijzingen om de fax te installeren.
Als er problemen optreden bij het installeren van het apparaat met optionele
apparatuur, contacteer dan uw plaatselijke HP-dealer of -winkel voor verdere hulp.